Column Privacy - De ultieme privacy-oefening

Door Rachel Marbus 11 aug 2020

Thuiszitten. Op het moment van schrijven doe ik dat al zes en een halve week. Ietsje meer dan de gemiddelde Nederlander omdat ik al eerder een klein virusje had en ik een week of drie voorsprong heb op corona. En hoewel in week vier de muren echt ontzettend op me afkwamen, vind ik thuis kunnen zitten nog steeds een voorrecht. Het is namelijk de ultieme oefening in privacy met een vleugje voyeurisme.

Ik woon in een klein appartement in een statige wijk in Den Haag, niet zo heel ver van de zee. Op de derde verdieping van een herenhuis bevindt zich mijn domein. Ik heb een woonkamer annex keuken, een slaapkamer, een slaapkamer voor mijn dochter (die dezer dagen ook vaak bij haar vader is) en een ieniemienie rommelkamertje. Met de nadruk op rommel. Er is zelfs een balkon waarop nog niet zoveel zon staat omdat we wat vroeg in het zonseizoen zijn, maar frisse lucht is mooi meegenomen.

Ik doe momenteel verplicht aan privacy. Misschien iets meer dan de meesten van ons omdat ik risicopatiënt ben, maar ik hoop tegelijk dat velen met mij deze oefening ter harte nemen. Ik zie niemand buiten mijn dochter, zelfs niet op anderhalve meter afstand omdat het risico mij groter is dan het eventuele kortstondige welbevinden. En natuurlijk wringt dat, want de mens is een sociaal dier en ik hou ervan om te knuffelen. Maar nu even niet. Als ik buiten kom om eten te kopen, dan doe ik dat incognito met mondkap en wegwerphandschoenen. Omdat mijn bril beslaat met mondkap op, laat ik die thuis. De mensen die ik tegenkom lopen met een grote boog om me heen. Niemand die me herkent; ik voel me waarlijk anoniem in mijn toch altijd zo gezellige en sociale buurt.

Bij thuiskomst in mijn appartement kijk ik vanachter het glas naar mijn buren. Ze hebben ineens een gezicht gekregen. Ik zie gezinnen bewegen in hun dagelijks ritueel. De zo Hollandse gordijnen wagenwijd open, mij een blik gunnend in de kleine huiselijke biotoop. Mijn overbuurvrouw is weer begonnen met roken. Ik had gehoopt dat het haar zou lukken om daar vanaf te blijven. Ze heeft onlangs een kleintje op de wereld gezet en ik had haar al lang niet meer op het balkon zien paffen. Ook heb ik ineens een buurman die niet alleen maar om zes uur in de ochtend aanwezig is, maar die nu zelfs voor het raam een heus geïmproviseerd kantoor gemaakt heeft. Hij maakt er ’s ochtends vaak een foto van en gaat dan weer in bed liggen.

Ik heb er ook aan moeten wennen hoor, aan al dat gluren naar mijn buren. Ergens na mijn derde week thuis, bleef ineens heel Nederland ook achter de eigen voordeur. Daar had ik even geen rekening mee gehouden toen ik in mijn adamskostuum mijn bed uitkroop en naar de woonkamer annex keuken liep om wat thee te zetten. Zaten ineens al mijn buren op het balkon. De zon was net even gaan schijnen.

Rachel Marbus
@RACHELMARBUS op Twitter

Deze column verscheen in iB3-2020.