Een betere golfswing voor security officers

Door Robert Metsemakers 20 aug 2020

Ook op de golfbaan kun je als security officer iets leren over het geven van doeltreffend (= effectief) security advies.

Na hun succes als tv-actrice werden Annika Settergren en haar bekendere buurvrouw Pippilotta Viktualia Rullgardina Krusmynta Efraimsdotter Långstrump lid van onze golfvereniging. Wij mogen Pippi zeggen, al reageert ze – kribbig – ook op ‘Rolgordijn’. Afgelopen vrijdag hadden zij bardienst. Ik zat met een alcoholvrij biertje aan de bar de ledenadministratie bij te werken en met Pippi te flirten. Rond 10 uur kwam ex-politiecommissaris Rob binnen. Besmet met het golfvirus en veel vrije tijd en ‘niet onbemiddeld’ is hij de vleesgeworden droom van alle lesgevende golfpro’s.

Rob ging naast mij zitten en begon te huilen. Pippi, Annika en ik wisten meteen: hij had weer slecht gespeeld. Beide dames knikten zwijgend naar mij ten teken dat ik het deze keer moest vragen. Dat deed ik en Rob begon zijn relaas. “Voordat ik gisteren mijn rondje ging lopen, wilde ik inslaan op de driving-range. Ik tapte een emmertje oefenballen, legde een bal klaar en nam mijn favoriete driver.” Ik fronste en Rob zag het. Hij wist drommels goed dat we op onze club bij het inslaan altijd begonnen met de kortere stokken met een schuiner geplaatst blad. Door telkens een langere stok te nemen, kom je via een serie steeds vlakker wordende boogballen, uiteindelijk bij de ‘drivers’: de lange jongens met een vrijwel vlak blad waar je wel 150 meter ver mee kunt slaan. Ik liet het gaan, want hij had verdriet. Rob dronk van zijn alcoholische versnapering en zei schuldbewust dat hij even die lekkere ‘ping’ moest horen, de droge knal als je de bal precies goed raakt. “Ik raakte hem goed en hij vertrok mooi, maar maakte een boog naar rechts en kwam terecht op het paadje waar net een motoragent passeerde. De bal raakte de achterkant van de helm van de agent. De agent schrok en viel. Achter hem reed met hoge snelheid een ambulance met daarin twee gewonde kinderen die de agent naar het ziekenhuis escorteerde. De chauffeur ontweek de agent, maar de ambulance kwam deels in de sloot terecht. In de andere richting was een brandweerauto op weg naar een brand in een boerderij. Die brandweerauto botste tegen de ambulance en kon niet verder rijden. Andere hulpdiensten konden met hun auto’s de ravage niet bereiken, waardoor de kinderen met hun botbreuken in de brandweergreep weggedragen moesten worden. De boerderij is geheel afgebrand omdat de brandweer er te laat was. Ik ben ten einde raad. Wat moet ik in vredesnaam doen?” Ik vroeg zakelijk: “Op het ballenpad, is dat niet vreemd een ambulance daar? Vind je het ook niet toevallig dat er tegelijkertijd een brandweerauto rijdt? Was het de
sloot van boer Harms en was die brand ook bij hem?” Ja, ja, ja, ja, ja knikte Rob. Hij nam een slok en snikte. Annika was al aan het schrijven op de blanco achterkant van een bestelblocnoteblaadje. Daarna las ze haar advies voor:
1. Alle motoragenten krijgen aanvullende rijvaardigheids - training gericht op omgaan met schrikreacties;
2. Helmen worden aan de buitenkant voorzien van schuimrubber;
3. Aan het begin van het paadje komt een waarschuwingsbord m.b.t. golfballen. Voorafgaand aan de plaatsing, is er een nulmeting onder passanten of ze weten dat er bij een golfbaan soms ballen over het hek komen. Na plaatsing van het bord opnieuw meten en meetresultaten vergelijken;
4. Op het paadje is er voortaan eenrichtingsverkeer om tegemoetkomend verkeer, zoals nu de brandweerauto, te vermijden;
5. Bij motorescortes moet voortaan 30 meter afstand tot de motor(s) worden gehouden. Bij hoge snelheid meer, om tijdig te kunnen remmen;
6. Er komt een geautomatiseerd systeem dat voortdurend nauwkeurig de locatie bepaalt van alle hulpdienstvoertuigen en met licht- en geluidsignalen waarschuwt wanneer voertuigen elkaar (met grote snelheid) naderen. Liefst met een app.
Dat zou de risico’s behoorlijk mitigeren, aldus Annika, die dit niet ter plekke verzon. Ze paste gewoon de maatregelen tegen ‘Business Email Compromise’ incidenten toe, die ze in haar werk als information risk manager al had bedacht. Opleiding, mailfiltering, waarschuwingen aan gebruiker bij mail uit externe bron, functiescheiding aanscherpen zodat social engineering via phishing minder kwaad kan, continue monitoring op incidenten inregelen. U kent het wel. Rob keek opgelucht naar Annika en dronk zijn glas leeg. Pippi stopte met het politoeren van de wijnglazen en zei: “Je moet aan je grip werken Rob. Stop nou eens met zo hard in je stok te knijpen.”

Advies
Wees als security officer in je adviezen Pippi en niet Annika. Geef dus een op ‘root cause analysis’ gebaseerde raad. Motiveer je cliënt tot effectieve gedragsverandering door de oorzaak aan te pakken, in plaats van alleen technische oplossingen of provisorische lapmiddelen te noemen.

De clou van Pippi’s advies
Bij het begin van de golfswing brengt een rechtshandige speler de club (de stok, niet de vereniging) naar achter boven de rechterschouder. Stand van het clubblad (niet het aandelijkse boekje met wedstrijden en jubilea) is ‘open’ (zie A in de figuur). Tijdens de swing naar de bal draait het blad naar ‘recht’ (zie B). Zo moet de bal geraakt worden om deze recht vooruit te slaan. Hou na het raken van de bal niet in, maar sla door, zodat de club doorswingt tot over je linkerschouder heen. Aan het eind van de swing is het blad ‘gesloten’ (zie C). Het gaat bij de golfswing niet om kracht, maar om opgebouwde snelheid en precisie bij het raken en de juiste souplesse in de draai van de stok. Knijp je te hard in de stok, dan beweeg je te stijf en is het blad (nog) te open wanneer je de bal raakt. De bal gaat naar rechts, soms met een curve. Knijp je te zacht, dan draait het blad teveel door en raak je de bal te ‘gesloten’ (zie C). Daardoor gaat de bal naar links. Je ‘grip’ bepaalt of je recht op je doel afgaat.